Charlotte’s Law: ‘Hyperlinken naar illegale content mag niet meer’ #uitspraak
Heeft Britt Dekker het internet kapot gemaakt? Zij en Sanoma hebben de rechtszaak tegen GeenStijl gewonnen. Het Hof van Justitie gaf Britt Dekker gelijk, maar tegen welke prijs?
Wat was er aan de hand?
Nog even kort: GeenStijl publiceerde een hyperlink naar FileFactory, een Australisch data-opslagbedrijf, waar foto’s van Britt Dekker te zien waren die later in de Nederlandse Playboy zouden verschijnen. Die foto’s hadden natuurlijk nog helemaal niet verspreid mogen worden. Door het delen van de hyperlink was het voor de gewone internetgebruiker opeens mogelijk geworden om foto’s te zien, die ze anders waarschijnlijk nooit gevonden zouden hebben. Daar waren Sanoma en Britt Dekker niet zo blij mee, dus moest dit uitgevochten worden bij de rechter.
Auteursrecht
Het auteursrecht is het uitsluitend recht van de maker van een werk, zoal tekst, afbeeldingen, video, muziek, om dat werk openbaar te maken of te verveelvoudigen. Iets op internet plaatsen is uiteraard een vorm van openbaar maken. Downloaden, uploaden, kopiëren, wijzigen en namaken zijn vormen van verveelvoudigen. Het gaat hier vooral om dat eerste. Tenzij er sprake is van een uitzondering, mag content niet zonder toestemming van de maker (de auteursrechthebbende) openbaar gemaakt worden. Het mag dus ook niet zonder toestemming op internet geplaatst worden.
Is linken openbaar maken?
De vraag in Britt Dekker/GeenStijl was vooral of een hyperlink een vorm van openbaar maken is. Of zoals het Hof van Justitie dat benoemd, of er sprake is van een mededeling aan het publiek. Eerder werden in de Svensson en BestWater zaken, waarin het ging om embedden, gezegd dat iedereen met een internetverbinding gezien moest worden als één publiek en dat als iets eenmaal openbaar was je het niet door middel van embedden niet opeens méér openbaar kunt maken. Iedereen met een internetverbinding had het tenslotte al kunnen zien. Daar komt het Hof nu een beetje op terug.
Linken soms een openbaarmaking
Het Hof zegt nu dat als content met toestemming van de maker op internet is geplaatst, de maker wist dat iedereen met een internetverbinding de openbare content zou kunnen zien en dus toestemming heeft gegeven dat ook iedereen het mag zien. Dat is natuurlijk anders als de content achter een paywall of inlog staat, maar dat is nu even niet belangrijk. Nu zegt het Hof dat als content zonder toestemming op internet is gepubliceerd, de maker dus niet maar moet accepteren dat iedereen met een internetverbinding die content kan zien. Door het plaatsen van een hyperlink naar illegaal gepubliceerde content, wordt daardoor volgens het Hof wel een nieuw publiek bereikt. Als de redenering daar op zou houden, zouden we nooit meer zomaar een link kunnen publiceren, omdat we het risico lopen dat het naar illegaal gepubliceerde content is. De Europese Commissie, GeenStijl en een aantal landen vonden dat geen goed idee en daar ging het Hof in mee, maar makkelijker wordt het er niet op.
Wist of had moeten weten
Wie weet of had moeten weten dat hij/zij linkt naar illegale content, maak met het publiceren van die hyperlink een inbreuk op auteursrecht. Maar wanneer weet je of de content waar je naar linkt illegaal is gepubliceerd? Het Hof zegt dat wie de link niet met een winstoogmerk publiceert en wie een ‘particulier’ is, in de basis niet zal weten of hij/zij naar illegaal gepubliceerde content linkt. Pas wanneer ze dat wel weten of hadden moeten weten, is er sprake van een inbreuk. Dat zal de auteursrechthebbende dus aan moeten tonen.
Notice & TakeDown
Voor hostingproviders en forumbeheerders en dergelijke bestaat er al langer een regeling waarbij ze pas aansprakelijk zijn voor inbreuken als ze weten dat er een inbreuk is of wanneer ze dat hadden moeten weten, bijvoorbeeld omdat ze de gepubliceerde content steeds controleren. Een vergelijkbare regeling lijkt het Hof nu te introduceren voor het plaatsen van links. Iemand die een link plaatst kan namelijk weten dat het naar illegale content leidt, wanneer de auteursrechthebbende daarvoor heeft gewaarschuwd, geeft het Hof als voorbeeld. Als iemand vervolgens weigert de link te verwijderen, mag de auteursrechthebbende tegen die persoon optreden. Dat lijkt verdomd veel op een notice and take down procedure.
Winstoogmerk
Dan hebben we nog het criterium van het winstoogmerk. Hier is het Hof helaas niet al te zorgvuldig geweest. Eerst zegt het Hof namelijk dat wie een hyperlink plaatst met een winstoogmerk, er verwacht kan worden dat die persoon verificaties verricht, waardoor het vermoeden bestaat dat de plaatser volledige kennis heeft over de beschermde aard van de content en het ontbreken van toestemming. Er zou dan dus sprake zijn van een weten, tenzij er tegenbewijs geleverd wordt. Maar kun je eigenlijk wel goed verifiëren? Als je een website vraagt of ze de content wel legaal hebben gepubliceerd, zullen ze niet snel zeggen dat het niet zo is. Soms omdat ze niet eens weten dat ze illegaal bezig zijn, soms omdat ze het gewoon niet willen toegeven, soms omdat ze misschien eigenlijk wel weten dat ze fout zitten, maar graag de grenzen opzoeken (zoals GeenStijl). Zoals het er nu staat klinkt het bovendien alsof het genoeg is om te zeggen ‘ik heb het niet geverifieerd, dus ik had het niet kunnen weten’, maar dat was vast de bedoeling van het Hof niet.
Twee overwegingen later zegt het Hof opeens dat een auteursrechthebbende mag optreden tegen eenieder die met een winstoogmerk een hyperlink plaatst naar illegaal op een website gepubliceerd werk. Hier komt die verificatie opeens helemaal niet meer terug en ben je dus meteen de sjaak als je met een winstsoogmerk die link geplaatst hebt.
Wanneer is er een winstoogmerk?
Dan het volgende probleem: wanneer is er sprake van een winstoogmerk? Daar zegt het Hof niets over. Ze hebben het wel steeds over het plaatsen van een link met een winstoogmerk. Het maakt dus niet uit of het een bedrijf is of een natuurlijk persoon. Ik blog op mijn eigen site voor marketingdoeleinden. In die zin is het bloggen dus al met een winstoogmerk. Ik verdien er niet direct wat mee, maar wel indirect. Als ik nou een link plaats in zo’n blogpost, is dat dan het plaatsen van een link met een winstoogmerk? Hier zullen nog vele discussies en procedures over gevoerd worden, ben ik bang.
Mag ik nou linken of niet?
Ik denk dat het Hof eigenlijk bedoelde te regelen dat je niet mag linken naar content die evident onrechtmatig openbaar is gemaakt en dat er een extra zorgplicht is voor wie professioneel met dit soort zaken bezig is. Maar dat staat er nu niet.
Kort door de bocht gezegd zou ik zeggen dat je gerust kunt linken naar alles, met name wanneer je geen winstoogmerk hebt. Tenzij je echt al weet dat het onrechtmatig openbaar is gemaakt natuurlijk. Heb je wel een winstoogmerk, tsja…. In dat verifiëren zie ik niet zoveel. Misschien moet je het linken naar obscure websites achterwege laten, maar ga verder gerust je gang. Anders maken we alsnog het internet stuk, terwijl het nog wel te redden valt als we nog wat procedures kunnen voeren en advocaten gewoon eens wat beter op moeten gaan schrijven hoe het wel werkt.
Dit artikel is geschreven door Charlotte Meindersma, bezoek haar site op www.charlotteslaw.nl